Kraken en de Krui-tocht: vrijheid gaat buiten de gebaande paden
Dag 43, Ermenonville, Frankrijk
Het einddoel van de Krui-tocht komt steeds dichterbij. Tenminste, het fysieke einddoel. Het onderliggende doel, dat de aarde behandeld wordt als ons belangrijkste erfgoed, stopt natuurlijk niet in Parijs. Dat gaat door.
Iets anders wat doorgaat, “wet of geen wet”, is kraken. Kraken en de Krui-tocht hebben meer gemeen dan je misschien zou denken. Zo is het idee voor de Krui-tocht ontstaan op de gekraakte kunstenaarskolonie Ruigoord. Deze alternatieve en creatieve vrijplaats heeft vaak moeten strijden voor bestaansrecht.
Henry opperde daarom het idee: “je moet Ruigoord op de werelderfgoedlijst zetten.” Waarop hij de reactie kreeg: “de hele Aarde moet op de werelderfgoedlijst!” Henry vond dat zo’n goed idee, dat hij nu voor de tweede keer met zijn kruiwagen naar Parijs loopt om het handen en voeten te geven.
Kraken en de Krui-tocht treden beide buiten de gebaande paden. Want waar die ons toe leiden, weten we nu wel. Een economisch systeem dat de aarde uitput en de ongelijkheid tussen mensen vergroot. Het kapitalisme leunt hierbij zwaar op privébezit; iets wat van de een is, daarvan is de ander uitgesloten. Zo kan het dat Nederland naar schatting 100.000 dakloze mensen telt (Cody Hochstenbach 2022), terwijl er ook 215.980 gebouwen leegstaan (Uitkrant Maart 2023). Ondanks een kraakverbod (sinds 2010) groeit de krakersbeweging daarom weer. Want dit onrecht breekt wet. En welk instrument laat dat geluid beter horen dan een breekijzer?
Kraken is meer dan het in gebruik nemen van een leegstaand gebouw of stuk land. Het is een statement, een ideologisch verhaal wat een grote invloed kan hebben. Zo zijn poppodia als Tivoli in Utrecht en Paradiso in Amsterdam beide geboren als kraakpand. In deze steden hebben ook veel woongroepen krakersroots, en vormen deze nog steeds een van de weinige betaalbare woonruimtes op mooie plekken in de stad.
Het is dus niet verwonderlijk dat een van de laatste Krui-tocht stops vandaag bij een gekraakt stuk land is. Het gaat om 35 hectare, die van de Franse spoorwegen is en 20 jaar geleden door Agnès in gebruik is genomen. Sindsdien is zij bezig om het terrein om te toveren van compleet dood, naar volledig levend, op agro-ecologische wijze. Het nu florerende landschap is een toonbeeld van zorgen voor de aarde.
Misschien moet soms iets eerst bevrijd worden, voor we kunnen zien dat het het beschermen waard is.